Definitie
Volgens de officiële Franse definitie is een Col (een bergpas) het hoogste punt van een doorgaande weg, gelegen tussen twee hoger gelegen bergtoppen.
Volgens die definitie moet je aan beide zijden van de col naar beneden kunnen rijden, en van de weg af aan twee zijden naar boven kunnen lopen.
De Fransen zelf lichten nogal eens de hand met die regel, want volgens die definitie is bijvoorbeeld de Col du Télégraphe geen col, want ligt niet tussen twee toppen.
In de Honderd Cols Tocht zijn alle hellingen waar een bord op staat, of waarvan de naam op Google Maps, Viamichelin, Michelinkaart, IGN-kaart of een plaatselijke kaart staat vermeld, een Col. Niet alle hellingen voldoen aan die definitie. Deze hellingen worden Côte genoemd, wat eenvoudig 'helling" betekent.
De meest merkwaardige col vinden we in de Vogezen. Vanaf de Col du Calvaire dalen we af naar de Col de Louchpach. Vanaf deze col gaat het dan weer omhoog naar de Col du Bonhomme. De Col de Louchpach is dus het laagste, niet het hoogste punt van de weg. Hoe kan dat? Aan beide zijden van de col gaat een onverharde weg naar beneden het dal in. Voor deze onverharde wegen is dit dus het hoogste punt.
113 geclassificeerde Cols
De route
passeert 113 geclassificeerde cols. Een col is geclassificeerd als die
werkelijk het hoogste punt van de weg is, óf het punt waar je van de weg
afgaat om een afslag te nemen naar een nog hogere col, zoals bijvoorbeeld de Lautaret (waar je afslaat naar de Galibier), en ook de
Caougnous (waar je afslaat naar de Peguère).
Bovendien moet de col aan tenminste één van de volgende criteria voldoen:
• De col is opgenomen in de Chauvot (de lijst van alle 8500 Franse cols, uitgegeven door de Club des Cent Cols);
• Er staat een bord boven op de de col;
• De col is vermeld op Google Maps, ViaMichelin, Michelinkaart, IGN-kaart, OSM-kaart of een plaatselijke plattegrond.
Voor de collenjagers vermelden we ook alle ongeclassificeerde
cols die je in de route passeert. Dat zijn er in totaal 51, en worden aangegeven tussen teksthaken. Ze liggen
in de beklimming of afdaling van wél geclassificeerde cols, maar tellen
voor ons niet mee omdat het niet het hoogste punt is. Dat het toch een
col is, komt omdat ze voor de zijwegen dan wél het hoogste punt vormen, zoals bijvoorbeeld de Wetstein (in de afdaling van de Collet du Linge).
Beroemde cols
Veel cols zijn beroemd geworden vanwege de heroïsche taferelen die zich hier tijdens de Tour de France hebben afgespeeld. Wie kent niet de Ventoux, Galibier, Tourmalet, Grand Colombier of Grand Ballon?
We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk van die beroemde cols in de route op te nemen. Toch zijn er nog veel meer cols van naam en faam, die je niet in de route aantreft. De Puy de Dome, Aspin, Pla d' Adet, Alpe d' Huez, Col de la Loze en Planche des Belle Filles: je zult er vergeefs naar zoeken. Dat kan verschillende redenen hebben. Veel van die beroemde Tour-aankomsten liggen in wintersportplaatsen en de weg houdt hier op. Die zijn voor de 100 Cols dus niet geschikt. Andere zitten niet in de route omdat we een keus moeten maken uit verschillende routes om van A naar B te komen.De Glandon, Croix de Fer en Galibier gaan over dezelfde bergrug. We moeten kiezen welke overgang we nemen, en in dit geval is dat de Galbier geworden. Om dezelfde reden gaan we niet over de wonderschone Col de la Cayolle, want we hebben gekozen voor de Bonette, de hoogste verharde weg van Europa.
Colindex
De hellingen zijn geïndexeerd. De indexen worden berekend met de formule van Jan Bijma die in het blad Fiets in augustus 1988 is gepubliceerd. Alle hellingen met een index van 0,3 of hoger zijn als Col of Côte geclassificeerd. Ook zeer steile korte passages van minimaal 10% die een index hebben tussen 0,1 en 0,3 worden als Côte geclassificeerd.
Ter vergelijking: Nederlandse hellingen met een index van 0,3 zijn bijvoorbeeld de Slingerberg, Kruisberg en Koning van Spanje in Zuid Limburg, de Koerheuvel (ook wel genoemd Paardenveld) bij Rhenen, en de Zijpenberg op de Veluwe.
Een complete lijst van alle geclassificeerde hellingen staat in de Indexlijst. Daar staat ook de formule die Jan Bijma voor de indexberekeningen heeft toegepast.