Jan Bijma 


reed al zijn Honderd Cols Tochten met bagage. Zijn eerste Gazelle was uitgerust met oogjes voor spatborden, waarop een lichtgewicht dragertje kon worden gemonteerd. De bovenzijde werd met een houten blokje bevestigd aan het "mannetje" voor de achterrem. Bovendien reed Bijma met een stuurtasje, dat met een zelfbouw aluminium beugel aan de rembout was bevestigd om dansen in de afdalingen te voorkomen.


De tweede racefiets had geen oogjes, maar kon met zogenaamde "eyelets" wel geschikt worden gemaakt. De eyelets pasten in de toen gangbare Cinelli patjes. Aan de bovenzijde werd de drager bevestigd aan de rembout. "Daar was ik geen liefhebber van. De bagage schudt nogal in de afdalingen, waardoor de rembout kan lostrillen." zegt Bijma. De stuurtas had hij inmiddels afgezworen.


Voor zijn derde fiets met aluminium frame maakte hij van perspex (plexiglas) een blokje dat precies om de staande achterbuizen paste. Aan de onderkant werden twee gaatjes in de aluminium patjes geboord waarin M5 schroefdraad werd getapt. Daarmee werd een aluminum Bor Hue dragertje gemonteerd. Die constructie hield het drie Honderd Cols Tochten vol. Bij de beklimming van de allerlaatste col (La Croix-Fry) brak een poot van het dragertje af. Met een noodverband werd de poot gerepareerd. 


Maar door de eenzijdige belasting brak nu ook het perspex blokje af. 

De afdaling naar Annecy werd er nog mee uitgereden, maar de treinreis naar huis kon alleen met kunst-en vliegwerk worden voltooid. "Ik rij nu niet meer drie keer een Honderd Cols met één dragertje" verklaart Bijma. "Ik heb wel eerder afgebroken dragers gehad, al was dat niet in de bergen. Lichtgewicht dragertjes houden het niet meer dan 10.000 km vol".
Zijn laatste Honderd Cols voltooide hij op een nieuw Alu/Carbon frame, waarin hij speciaal oogjes heeft laten solderen door de framebouwer (Ridley). De oogjes zitten in de weg voor de remkabel. Daarom is de drager maar aan één van de achtervorkbuizen bevestigd. Volgens Bijma is dat genoeg. "Maar dan moet je wel een sterke, geschoorde drager hebben, die niet te veel zwiept tijdens het rijden".
Sinds kort rijdt Bijma met een onverwoestbaar titanium dragertje van Tubus. De Airy weegt maar 230 gram.




Wim Huisman


Ik heb mijn beide 100-colstochten gereden op een nu 25 jaar oude Koga-Myata full pro-s racefiets van staal. Dit is natuurlijk geen moderne fiets, maar wellicht kan iemand met deze beschrijving zijn voordeel doen.




Omdat het oorspronkelijke achterwiel was versleten heb ik er een iets breder Weinmann achterwiel in gemonteerd (700 * 25 c) met 2,2 mm spaken, bestand tegen het gewicht van de bagagedrager met achtertassen met beide een gewicht van ruim 5 kg en een tent op de bagagedrager van bijna 2 kg. De aluminium bagagedrager kon ik monteren in het "gat" in het frame juist boven de bevestiging van de achteras (zie foto).


Vóór heb ik een ESGE-voordrager gemonteerd die direct rustte op de vooras. Daaraan hingen voortassen met een gewicht van elk 2,7 kg. Beide dragers waren voldoende stijf in de afdalingen en zijn inmiddels al meer dan 10.000 km betrouwbaar! Op het racestuur heb ik een Scott Speedliner ligstuur gemonteerd met een kaartenplankje, waardoor ik een kaartje en beschrijving op A5-formaat waterdicht verpakt voor me heb.


Het racestuur en de bagagedragers leidden tot een totaal gewicht van de fiets van 14,3 kg. Als ik mijn persoontje meetel + bagage en volle bidons betekent dit dat ik 113 kg mee naar boven sleurde!




Cor van Verk


Wij, Gerda de Klerk en ik, fietsen al jaren een etappe van de tocht. Vorig jaar zijn wij voor de eerste keer geëindigd; dit jaar maar weer begonnen. We reizen per trein naar een grote stad; dit jaar Straatsburg; in andere jaren Lyon. Tijdens deze reis nemen wij al onze benodigde bagage mee (inclusief fietstassen). We boeken bij aanvang een hotel en boeken datzelfde hotel voor de laatste nacht van ons verblijf. Gedurende de week of tien dagen dat wij fietsen laten wij een groot deel van onze bagage achter in het betreffende hotel (kan vrijwel altijd). Tijdens het fietsen hebben wij werkelijk een minimaal pakket aan bagage, namelijk uitsluitend wat kleding voor de avonduren. Gezien het feit dat je daar maar een zeer korte tijd in moet lopen (tussen 17.00 en 22.00 uur) kan je meerdere dagen met dezelfde kleding doen.

Overdag zitten we in onze sportkleding op de fiets. Reservekleding nemen we niet mee, iets dat bij nat weer weleens vervelend is maar gelukkig droogt de fietskleding redelijk snel..


Alle kleding zit in een plastic tas: beide tassen zitten in een vuilniszak. Deze vuilniszak is vervolgens achterop de fiets van Gerda gebonden. Zij heeft daarvoor een los, snel en goed te bevestigen bagagedrager aangeschaft. Na een week reizen we terug naar ons beginpunt (Straatsburg dus) en zijn vervolgens wel heel blij om daar weer in schone, achtergelaten kleding te kunnen stappen.


Overigens hebben wij ontdekt dat de route via Straatsburg naar het oosten van Frankrijk handiger is dan met de TGV van Brussel naar Lyon. In de treinen naar Straatsburg, en verder naar Lyon, kan je de fiets meenemen zonder hem uit elkaar te hoeven halen. Alle treinen hebben een aparte coupé waar de fietsen kunnen staan of hangen. In de TGV moet je de fietsen inpakken en is het altijd veel gedoe op de stations met in en uitstappen. De fietsen kunnen namelijk meestal niet liggen in de bagagerekken.




Rinus van Zeeland


Ik heb een Giant OCR racefiets, waarmee ik de Honderd Cols gereden heb. Van Giant hebben ze origineel deze bagagedrager en er zitten ook twee gaatjes met schroefdraad in het frame, waarmee je de bagagedrager vanonder met twee boutjes vastzet. Van boven geschiedt dit met de beugel welke op de foto te zien is aan de zadelpen, met rubberpakking ertussen tegen beschadigen van de zadelpen. (Zijaanzicht rechtsboven). De beugel is geknikt, anders past hij niet over de achterrem.



Verder heb ik zoals op de foto's te zien is 2 van dergelijke pakaftassen gebruikt, gewicht 660 gram, met fastlocksysteem. Dit is ZEER BELANGRIJK, voor de veiligheid. Tassen moeten goed vastzitten, je moet er niet aan denken, dat er een tas bij een afdaling in het wiel klem komt.  Het merk tassen is Fast Rider. Verder heb ik geen stuurtas gebruikt, ik zie graag mijn voorwiel op een slecht wegdek. Bovendien slaat het stuur steeds dwars als je stilstaat.


Mijn kaart had ik gewoon in een grote waterdichte map formaat A4 rond mijn nek, tussen mijn shirt of jack, of gewoon als het warm is in de tas. In de afdaling is zo'n plastic map beter tegen de kou dan kranten, welke je sowieso niet bij je hebt. De tassen zijn 15 liter inhoud, ik had in totaal 7,5 kg bagage mee, en dat is genoeg voor alle weersomstandigheden. Wel de bagage in twee waterdichte afvalzakken en een waterdichte reflecterende cover over beide tassen.




Ad van Els


Het eerste jaar heb ik een stuk van de 100 Cols Tocht door de Alpen gefietst, te beginnen met de Mont Ventoux en eindigend ná de Galibier. Mijn fiets is een Cannondale Street met naafdynamo en naafversnelling (Rohloff). De fiets is wat zwaar maar ikzelf ben licht dus mischien kunnen we dat tegen elkaar wegstrepen? Mijn bagage bestond uit een volledige kampeeruitrusting.


De Mont Ventoux was mijn eerste beklimming en die heb ik uit angst voor blessures zonder zware bepakking gedaan. De rest van de cols wél (o.a. Vars, Izoard, Bonette, Galibier), en zelfs op de behoorlijk steile Col de Buis heb ik niet hoeven afstappen. Op een renfiets zal het natuurlijk wel gemakkelijker gaan maar dat heeft ook weer zijn nadelen. Bij slecht wegdek hoef ik nu niet bang te zijn voor materiaalpech. Zo heb ik vorig jaar op een rustdag vanuit Guillestre de Parpaillon beklommen, dat hoef je met dunne bandjes niet te proberen! Een ander voordeel heb ik dit jaar bemerkt: tijdens de vele regenbuien werd ik toch enigszins beschermd door de spatborden. Misschien dat, wanneer je de 100 Cols Tocht in één keer wilt rijden, dat dan een lichte fiets de doorslag kan geven.


Dit jaar was ik na drie weken, aangekomen op de Col de l'Iseran, aan het einde van mijn Latijn. Maar de reden daarvoor kan ook in het slechte weer gelegen hebben. Daarom houd ik het voorlopig bij mijn stevige fiets: het is wat langzamer maar bij een goede conditie bereik je ook de eindstreep.


Dus geen verlossende tip, het blijft schipperen..




Marjan Sprenkels en Theo Weggemans


Marjan en Theo (zie ook hun reisverslag) doen de 100 cols tocht op racefietsen, waarbij Marjan alleen met een stuurtas en een zadeltas (als toilettas) rijdt. Theo heeft naast de stuurtas een lichtgewicht Tubus Fly titanium bagagedrager op zijn aluminium racefiets; deze zat eerst op de achteras maar dat werkte toch wat, dus nu zit de bagagedrager met bouten aan de gaten in de achtervork muurvast (deze gaten zitten niet op alle alu fietsen, maar bv wel op de Wilier Laveredo). Hieraan hangen twee (kleine) Ortlieb (voor)tassen met alle kleren e.d.


Op deze wijze wordt de 15 kilo gezamenlijke bagage onevenredig verdeeld (Marjan 4, Theo 11 kilo), wat het gewenste effect heeft dat het krachtverschil tijdens het fietsen gecompenseerd wordt, en ze heerlijk samen op kunnen fietsen. Zowel op het vlakke als in de bergen.